Hoogleraar: "In Nederland wordt het heilig avondmaal verwaarloosd"
Wekelijks vierde predikant Edward van ’t Slot het heilig avondmaal tijdens zijn tijd in Engeland. “Mijn band met God is erdoor geïntensiveerd, juist doordat dit sacrament je zo regelmatig heel concreet verbindt met Jezus’ kruis en opstanding,” vertelt hij. In het boek ‘Discipelschap’ pleit Edward voor herwaardering van de sacramenten, met name het avondmaal. CIP.nl sprak met de bijzonder hoogleraar.
Waarom vind je dat het aantal avondmaalsvieringen in protestants Nederland te laag is?
“In de gereformeerde traditie wordt 4 of 5 keer per jaar het heilig avondmaal gevierd. Dat is denk ik te weinig om de kracht van dit sacrament alle ruimte te geven. God heeft deze maaltijd als middel gegeven om Zijn band met Hem levendig te houden, dat mag de kerk niet veronachtzamen. Als je het iedere week viert, hoort het erbij en ga je er meer naar uitzien. Althans, dat is mijn ervaring. Ik vrees dat deze verwaarlozing van het avondmaal veroorzaakt wordt doordat we de kracht van dit sacrament vaak maar nauwelijks hebben ervaren. Stanley Hauerwas en Samuel Wells schrijven: ‘God geeft zijn volk de middelen om in zijn nabijheid te leven, dus waarom zou iemand dat over het hoofd zien, negeren of verwaarlozen? Toch is dat wat er gebeurt.”
Kun je verklaren waarom het heilig avondmaal wordt “verwaarloosd”?
“Dat is moeilijk te zeggen. We hebben nogal wat drempels opgeworpen, bijvoorbeeld door uitgebreid aandacht te besteden aan een voorbereiding op de avondmaalsviering waarbij sterk wordt benadrukt dat je ‘waardig’ moet deelnemen. In de praktijk hebben mensen daardoor het idee dat ze ‘zich een oordeel eten en drinken’ en onvoldoende aan de voorbereiding toekomen. In Engeland is zo’n drempel er veel minder omdat het wekelijks wordt gevierd. Ook buiten de setting van de kerkdienst wil men in kerkelijke groepen nog wel eens overgaan tot het vieren van het heilig avondmaal. Dat klinkt losjes, maar dat is het niet! De onderlinge band en relatie met God wordt erdoor geïntensiveerd.”
Je bent 19 jaar geleden in Engeland geweest en heb daar wekelijks het heilig avondmaal gevierd. Hoe ging dat eraan toe?
“De eerste keer dacht ik: ‘wat krijgen we nou?’ Tijdens een dienst gingen we ineens over tot de avondmaalsviering. Gelovigen liepen naar voren om te knielen en vervolgens brood en wijn te ontvangen. Door dat op die manier te doen geef je volgens mij duidelijker vorm aan wat het geloof voor je betekent. Bovendien maak je als kerkganger dan ook echt oogcontact met de voorganger en anderen die bij het heilig avondmaal betrokken zijn. Zo herinner ik mij dat iemand die met de wijn langskwam mijn naam noemde en uitsprak dat Jezus ook voor mij is gestorven. Heel waardevol!”
Edward voegt toe dat dit sacrament in de kerk die hij bezocht wekelijks werd gevierd. “En soms ook twee of drie keer per week. Zo zijn er in bijvoorbeeld de Church of England gelegenheden om bijeen te komen met een avondmaalsviering, en de belofte bevestigd te krijgen dat Christus’ lichaam is verbroken en zijn bloed is vergoten voor jou. Velen zullen beamen: het werkt.”
Trad er door het wekelijks vieren van het avondmaal niet een bepaalde gewenning op?
“Nee, dat heb ik zo niet ervaren. Mijn band met God is erdoor geïntensiveerd, juist doordat dit sacrament je zo regelmatig heel concreet verbindt met Jezus’ kruis en opstanding. Ik werd er zeker niet door afgestompt.”
Johannes Calvijn had hetzelfde verlangen als jou: iedere zondag het heilig avondmaal vieren. Waarom wilde hij dat?
“Volgens hem maakt het Nieuwe Testament duidelijk dat het heilig avondmaal en samenkomsten hand in hand gaan, ook in de vroege kerk. Dit sacrament en de kerkdiensten horen volgens hem bij elkaar. Ook maakte Calvijn duidelijk dat juist het heilig avondmaal ons sterk bepaalt bij het lijden en sterven van Christus. Dit versterkt het geloofsleven van mensen.”
Welke ervaring heb je in Nederland met het vaker of anders avondmaal vieren?
“In de gemeente waar ik tot voor kort gemeentepredikant was, hebben we een aantal vieringen per jaar georganiseerd met een andere opzet. Twee keer per jaar konden gemeenteleden naar voren komen om van de voorganger en diakenen brood en wijn te ontvangen. Die vorm roept een andere beleving op. Volgens mij is het helemaal geen gekke gedachte om met avondmaal diensten te experimenteren. Ik kan me ook voorstellen dat je met elkaar in een kring gaat staan om de gemeenschap met elkaar meer te ervaren. Volgens mij is dat in avonddiensten zeker mogelijk, omdat er dan vaak minder mensen aanwezig zijn. Het is goed wanneer kerken er hun eigen creativiteit op los laten. Kijk ook eens hoe het er in andere denominaties aan toegaat.”
Edward van ’t Slot is bijzonder hoogleraar Systematische theologie en 21e-eeuwse ecclesiologie aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Het boek ‘Discipelschap’ bevat een theologische peiling: laat discipelschap zich trainen? Wat heeft de kerk daarvoor nodig? Klik hier om het boek te bekijken of te bestellen.
Praatmee