Henk was 22 jaar drugsverslaafd: "Ik heb al mijn zonden beleden"
Henk was 22 jaar drugsverslaafd. Ook toen hij wist dat hij wilde veranderen, kostte het hem nog enkele jaren om dat voor elkaar te krijgen. "Blowen vond ik heerlijk."
Henk (44) komt in militaire dienst voor het eerst in aanraking met drugs en andere verslavende middelen. “Het bier was daar heel goedkoop,” vertelt hij. “Ik leerde ook jongens kennen die wiet of af en toe een pilletje gebruikten. Blowen vond ik heerlijk. Daar werd ik rustig van; dan kwam ik in een eigen wereld.”
Lees ook
Van drugsbaron tot evangelist
Na militaire dienst begint Henk samen met een compagnon een verhuisbedrijf. Hij blijft drinken en blowen, en leert ook cocaïne kennen. “Ik had inmiddels een zoon, die ernstig ziek was. Ik wilde de realiteit niet onder ogen zien en ging steeds meer gebruiken. Er gebeurden ook andere dingen, waar ik niet trots op ben. Ik ging stelen. Het was heel raar: financieel had ik dat helemaal niet nodig, maar het gaf me een kick. Bij een verhuisbedrijf liggen de spullen natuurlijk voor het oprapen.”
Verantwoordelijkheid
Henk besluit zich te laten opnemen, omdat hij vindt dat hij niet meer functioneert. “Als ik opstond, was het eerste wat ik dacht: ‘Ik hoop dat ik een goede klant heb, van wie ik kan stelen, dat ik de spullen snel kan verkopen en dat ik dan snel drugs kan gebruiken.’ Als ik bij mijn vriendin, de moeder van mijn zieke kind, voor de deur stond, vroeg ze: ‘Mag ik je adem ruiken?’ Ze wist dat ik gebruikte. Ik nam mijn verantwoordelijkheid niet meer. Ik was alleen met mezelf bezig.”
Henk laat zich bij De Hoop opnemen in 2012. Hij wordt clean, maar dat is niet het einde van zijn verslaving. In de jaren erna volgen meerdere opnames. Clean blijven lukt pas als Henk naar Horeb gaat, een locatie van De Hoop in Beekbergen. “Je leeft daar meer in een groep en ik heb ontdekt dat ik een groepsmens ben. Er was ook minder tijdsdruk bij de behandeling. Dat had ik nodig. En ik had daar een psychologe die alles uit me wist te trekken.”
Geadopteerd
Waarom had Henk zoveel tijd nodig om clean te worden? Henk haalt eens diep adem. “Afkicken kunnen we allemaal, in een veilige situatie. Maar buiten het hek is al het foute weer voorhanden. Als het vanuit je jeugd al verkeerd is gegaan, wordt het moeilijk om dat aan te kunnen. Zelf ben ik als baby geadopteerd. Ik heb een goede jeugd gehad, maar dat heb ik nooit zo ervaren. Mijn biologische moeder kwam één keer in de twee weken op visite, met een voogd erbij vanuit Justitie. Met die beelden groei je op. Ik had het idee dat ik niet gewenst was.”
Pas als volwassene krijgt Henk contact met zijn biologische vader, die in Suriname woont. “Ik heb hem toen ik achttien was gebeld, en hij zei: ‘Ik heb geen zoon in Nederland.’ Veel later heb ik hem in Suriname ontmoet. Hij heeft drie uur lang over zichzelf gepraat, over hoe geweldig hij was en dat het aan mijn moeder lag dat zij uit elkaar waren gegaan. Hij wilde ook geen contact houden. Dat voelde als een enorme afwijzing, maar ik weet nu wel waar ik aan toe ben. Mijn ouders hebben hun eigen verhaal. Ik moet wat van míjn verhaal, mijn leven, maken.”
Excuus
Terugkijkend ziet Henk dat de afwijzing van zijn ouders zijn gebruik versterkte. De geboorte van een ziek kind maakte dit nog erger. “Mijn zoon heeft prune belly syndroom. Zijn buikspieren zijn niet ontwikkeld. Hij kan niet zelfstandig eten en heeft een stoma. Vorig jaar is een van zijn benen geamputeerd. Na zijn geboorte ging ik steeds meer gebruiken. Ik had medelijden met mezelf vanwege de situatie, maar ik was ook wel gehaaid: ik wist dat ik een soort excuus had voor mijn gebruik.”
God brengt uiteindelijk de echte verandering in Henks leven. Henk vertelt: “Tijdens een werkweek van De Hoop in Zwitserland hadden we iedere dag een kerkdienst. Er kwam een oproep om alles wat er was gebeurd bij het Kruis te brengen. Ik heb daar een hele tijd naar het Kruis staan kijken. Er gebeurde iets met me. Ik werd helemaal warm. Het was alsof ik een stem hoorde: ‘Het is goed. Ik neem het nu over.’ Ik heb al mijn zonden beleden, alles verteld. Er is daarna nog veel gebeurd, maar God is mijn leidraad geworden en gebleven!”
Praatmee