Vijf redenen om de wetenschap serieus te nemen
Er is de laatste maanden weer flink gediscussieerd over de verhouding tussen een Bijbels scheppingsgeloof en de wetenschappelijke evolutietheorie. Kun je de Bijbel serieus nemen en toch een miljarden jaren oude schepping accepteren? Of moeten we op basis van de Bijbel de wetenschap corrigeren of gewoon negeren?
In 2009 publiceerde ik het boek ‘Gevormd uit Sterrenstof’, waarin ik het bewijs voor een miljarden jaren oude aarde en een evolutionaire ontwikkeling van het leven op aarde beschreef. Dat boek was al een tijdje niet meer leverbaar, maar is afgelopen december opnieuw op de markt gebracht door uitgeverij Jongbloed. Als bioloog en wetenschapsjournalist vind ik dat er heel veel redenen zijn om de wetenschap serieus te nemen. Hier zet ik vijf van die redenen op een rijtje.
1. God openbaart zich door twee ‘boeken’: het boek van de natuur, de schepping en het woord van God, de Bijbel.
Dit staat in Artikel 2 van de Nederlandse geloofsbelijdenis. Het idee dat je uit de schepping ook iets kunt leren over God kent een lange traditie. Wat het ingewikkeld maakt is dat we die schepping natuurlijk niet volledig kennen. Maar we kennen ook God niet volledig (1 Kor. 13:12). Als er een conflict tussen beide boeken is, kan het dus aan ons begrip van de natuur liggen, of ons verstaan van de Bijbel. Ooit vond de beroemde theoloog Voetius dat de aarde niet om de zon kon draaien, dat stond immers duidelijk in de Bijbel? Toch accepteert zo goed als iedere christen dit tegenwoordig. Om de Bijbel beter te verstaan is het nodig de wetenschap serieus te nemen. Wat natuurlijk niet hetzelfde is als slaafs volgen!
2. Er zijn tal van aanwijzingen voor een zeer oude schepping
In 1987 zagen sterrenkundigen een supernova, een ontploffende ster, in de Magellaanse wolk. Die staat op 163.000 lichtjaar van de aarde. Het licht van die ontploffing heeft er dus 163.000 jaar over gedaan om ons te bereiken. De afstand tot de Magellaanse wolk is met behulp van meetkunde te bepalen.
De Nijmeegse sterrenkundige en lekenpredikant Heino Falcke laat zien dat we met eenvoudige meetkunde zelfs de afstand kunnen bepalen tot stelsels die op miljoenen lichtjaren staan. Het heelal moet dus heel oud zijn, anders had dat licht ons niet kunnen bereiken. Kan de lichtsnelheid dan vroeger niet groter zijn geweest? Nee, dan zouden we allerlei zichtbare veranderingen in natuurkundige metingen moeten zien.
Op aarde zien we ook tal van aanwijzingen voor een hoge leeftijd. In aardlagen vinden we uitgesleten rivierbeddingen die weer zijn opgevuld met sediment dat ook verhard is tot gesteente, met daarboven op nog meer lagen. Dateringen met boomringen gaan in Europa terug tot 12.000 jaar geleden, met radioactieve stoffen zijn gesteenten van miljoenen tot miljarden jaren oud gedateerd.
Zijn die methoden betrouwbaar? Er zijn tal van controles uitgevoerd en telkens weer blijken de methoden te werken. De winning van olie, gas en andere delfstoffen hangt af van de juistheid van geologische inzichten. Of je nu kijkt naar de verschuiving van continenten, geologische processen of de opbouw van de aardkorst, telkens weer is de conclusie dat de aarde zeer oud is.
3. Fossielen tonen een ontwikkeling van het leven
In de bodem vinden we fossielen, veelal versteende afdrukken van planten en dieren. Er is iets raars aan de hand met die fossielen: bijna alle soorten die we aantreffen als fossiel zijn niet meer levend te vinden. Waar zijn ze gebleven? Waarom vinden we vooral uitgestorven dieren in de aarde?
En er is nog iets. We vinden fossielen altijd in dezelfde volgorde in de verschillende aardlagen. In de diepste lagen treffen we alleen eencellig leven aan. Dan komen er fossielen van planten en dieren die nauwelijks lijken op nu levende soorten. Pas in de bovenste lagen treffen we bekende soorten aan – soms in een afwijkende vorm. Het fossielenarchief is niet compleet, maar het algemene beeld is dat van ontwikkeling. Het leven zag er vroeger anders uit. Wat nu leeft is het topje van de ijsberg aan soorten.
4. Nieuwe kennis sinds Darwin bevestigt evolutie
Toen Charles Darwin in 1859 zijn evolutietheorie publiceerde was er nog betrekkelijk weinig bekend over de ouderdom van onze planeet. Die leek met pakweg 100 miljoen jaar te jong voor evolutie. Tijdens Darwin’s leven daalde die geschatte ouderdom alleen nog maar. Pas in de loop van de 20e eeuw bleek dat de aarde miljarden jaren oud was – oud genoeg voor evolutie.
Pas zo’n vijftig naar na ‘On the Origin of Species’ werd er een genetische theorie geformuleerd, het duurde toen nog eens dik veertig jaar voordat we ontdekten dat DNA de drager is van erfelijke informatie. Grootschalig onderzoek naar DNA, zodat we vergelijkingen kunnen maken tussen het erfelijk materiaal van soorten, gebeurt pas een jaar of tien, vijftien. Al deze nieuwe kennis bleek de evolutietheorie sterker te maken.
De afgelopen 150 jaar hadden nieuwe ontdekkingen Darwin’s theorie onderuit kunnen halen. Maar telkens weer bleken nieuwe inzichten het algemene beeld van evolutie te bevestigen. Een wetenschappelijke theorie die het zoveel jaar volhoudt en op zoveel manieren getoetst is, is er een om serieus te nemen.
5. Christelijke wetenschappers
Zouden wetenschappers vasthouden aan de evolutietheorie omdat deze God overbodig maakt? Onder topwetenschappers vind je misschien minder christenen dan gemiddeld in de maatschappij. Toch zijn er voldoende (top)wetenschappers die God belijden als hun Heer en toch voluit onderzoek doen.
Onder de winnaars van de Spinozapremie, de belangrijkste Nederlandse wetenschapsprijs, zijn dat bijvoorbeeld econoom Lans Bovenberg, biofysicus en nanowetenschapper Cees Dekker, sterrenkundige Heino Falcke en theoretisch natuurkundige Mikhail Katnelson. De laatste drie heb ik persoonlijk leren kennen en zij hebben geen enkele moeite met een miljarden jaren oud universum en een evolutionaire ontwikkeling van het leven – net als heel veel andere christen-wetenschappers.
Als evolutie een slechte wetenschappelijke theorie zou zijn, hadden christelijke wetenschappers dit al lang aangetoond. Er zijn voldoende christelijke geologen en biologen, zelfs evolutiebiologen. Toch gebeurt dit niet en is het slechts een zeer kleine minderheid van christen-wetenschappers die zich tegen evolutie uitspreekt. En zelfs een uitgesproken jonge-aarde creationist als de Amerikaanse bioloog Todd Wood schrijft op zijn blog dat evolutie als wetenschappelijke theorie zeer succesvol is.
Tot slot
Wat Wood ook zegt – en waarin ik het volkomen met hem eens ben – is dat een succesvolle theorie niet per se de waarheid is. En evolutie is zeker niet de hele waarheid. Ons kennen is beperkt. Bovendien gaat natuurwetenschap over de schepping, niet over de Schepper. Het doel van de Schepper met zijn schepping vinden we niet in de biologie maar in de Bijbel.
Persoonlijk ben ik er van overtuigd geraakt dat de schepping heeft plaatsgevonden via een geleidelijk, natuurlijk proces. God heeft dat proces gewild, net zoals een kind via natuurlijke processen groeit in de baarmoeder maar toch door God ‘geweven’ is (Psalm 139:13). Hier heb ik heel kort aangegeven waarom ik deze overtuiging heb, in mijn boek ‘Gevormd uit Sterrenstof’ ga ik daar veel gedetailleerder op in.
Een schepping via evolutie levert vragen op, zeker. Daar zijn discussies over mogelijk, ook dat. Maar in zo’n discussie moeten we de uitgangspunten en bevindingen van geloof én wetenschap serieus nemen.
Meer lezen? Klik hier voor meer informatie.
Praatmee