Hoe doopwater ons geloof en de roeping van de kerk weerspiegelt
De doop is niet alleen een inzetting van Christus voor ons persoonlijk leven. Dit sacrament is ook van betekenis voor de kerk. De doop drukt de identiteit van de kerk uit en houdt de kerk overeind. Deze betekenis van de doop verdient meer aandacht, stelt ds. A. J. Mensink in De Waarheidsvriend.
Nu is het niet zozeer de kerk die de doop overeind houdt – de doop houdt de kérk overeind. En hélpt haar ook weer overeind – zoals de doop ook mijzelf overeind houdt en helpt – want de doop is niet alleen een inzetting van Christus voor ons persoonlijk leven. Dit laatste is trouwens al heel wat: de doop betekent en verzegelt Gods verbond aan ons, verbindt ons aan Christus en is ons gegeven tot verzekering van het heil en tot troost in dagen van duivelse aanvechting. Er is een vloed aan goede en minder goede lectuur voorhanden over de doop als moment in ons leven waarop alles is gezegd.
Te weinig aandacht is er daarentegen voor de betekenis van de doop voor de ecclesiologie, voor wat wij belijden aangaande de kerk en de gemeente. De doop is namelijk niet alleen een sacrament bij de inlijving in de gemeente als lichaam van Christus. De doop is ook niet alleen een initiatierite waarbij een zondig mensenkind in de gemeenschap der heiligen wordt geplaatst.
De doop drukt de identiteit van de kerk uit. In het doopwater ziet de kerk haar wezen, haar geloof, haar roeping en haar leven weerspiegeld – namelijk dat zij volk van God is, lichaam van Christus en tempel van de Heilige Geest. De titel van de nieuwe visienota van de kerk luidt Van U is de toekomst. Ontvankelijk en waakzaam leven van genade. Dat is een en al taal van de doop.
Ik zou de stelling wel willen verdedigen dat alle thema’s in onze ambtelijke vergaderingen benaderd moeten worden vanuit de doop. Wat niet benaderd kan worden vanuit de doop en wat zich niet verdraagt met de doop, hoort op een kerkelijke vergadertafel niet thuis. De doop is immers een samenvatting van het hele Woord van God, het woord van apostelen en profeten en daarom ook uitdrukking van het hele werk van God drie-enig. Een kerk en een gemeente zijn geestelijk gezond naar de mate waarin zij haar doop verstaat in leer en leven.
Zou het daarom waar kunnen zijn dat waar een kerk of gemeente de doop niet overeind houdt, zij gedoemd is onderuit te gaan? Zou het eveneens waar kunnen zijn dat waar een kerk in noodweer verkeert en als een schip over de golven slingert, zij vanuit haar doop koers en hoop vindt?
Eenheid
In dat licht worden de zogenoemde eigenschappen van de kerk rijk en belangrijk. In haar oudste belijdenissen zegt de kerk dat zij één, heilig, katholiek en apostolisch is.
De eenheid van de kerk is met haar doop gegeven. Wie denkt niet aan de bekende woorden uit Efeze 4: één Heere, één geloof, één doop. Er is maar één Heiland en Zaligmaker, Jezus Christus, en al wie Hem toebehoren, behoren Hem toe als één lichaam met één Hoofd. Met eerbied gesproken: in de kerk zijn wij allen met hetzelfde sop overgoten. Jezus gaf Zijn bloed voor de één niet meer of minder dan voor de ander.
De doop betekent en verzegelt de eenheid van kerk en gemeente en verbiedt alle vormen van scheuring en schisma. De dichter van het bekende gezang ‘Eén Naam is onze hope’ of in een nieuwere berijming ‘De ware kerk des Heren’, Samuel Stone, maakte in de negentiende eeuw dit lied niet uit verlangen naar eenheid maar uit zorg voor scheuringsgezindheid, een omgaan met de kerk alsof zij mensenwerk is, en dus breekbaar werk.
Door de doop is de kerk van Godswege tot eenheid geroepen.
Heiligheid
Niet minder is zij geroepen tot heiligheid. De kerk is ek-klesia, de uit-de-wereld-geroepene, zoals Abraham uit Ur en Israël uit Egypte werden geroepen. Omdat het Hoofd van de kerk, Christus, heilig is, is ook Zijn lichaam heilig. Geroepen tot heilige gehoorzaamheid, niet aan zichzelf, niet aan de wereld, maar aan Hem Die haar kocht met Zijn dierbaar bloed. Voor wat de kerk is, gelooft en belijdt, is alleen Zijn Woord bron en norm. De doop herinnert de kerk dus aan haar wereldvreemde oorsprong en haar wereldvreemde toekomst. Samuel Stone zag de kerk niet alleen bedreigd door scheurmakerij – ook zag hij de verwoestende kracht van ketterij. Waar kerk en gemeente haar identiteit vanuit de doop miskennen, worden zij vatbaar voor allerlei wind van leer. Is haar leven geen leven in de zicht- en vruchtbare gemeenschap van de Gekruisigde en Opgestane. Met wie zij voor zichzelf en de wereld gekruisigd is – om mét Hem door de Heilige Geest in een nieuw leven te wandelen. Is de Protestantse Kerk en zijn haar gemeenten, ook de hervormd-gereformeerde, zichtbare gestalten van stervend en opstaand leven?
Het is verrassend hoe Paulus de Korinthiërs herinnert aan de doortocht door de Rode Zee. Er is een parallel tussen het volk Israël dat in Mozes gedoopt is, en de gemeente die in de Naam van Christus gedoopt is. De Rode Zee en het doopwater vormen een zichtbare waterscheiding tussen oud en nieuw, tussen Egypte en het beloofde land, tussen de wereld en het eeuwige leven, tussen de werken van het vlees en de vrucht van de Geest. Gods volk is een heilig volk, heiliger naarmate zij overeenkomstig haar doop leeft en wandelt. Door de doop is de identiteit van de kerk een radicale identiteit. Hier vallen beslissende woorden voor de catechetische en missionaire roeping van de kerk.
Katholiciteit
Vanuit de doop verstaan we ook de katholiciteit van de kerk. De kerk is de kerk der eeuwen, zij belijdt het geloof dat eenmaal aan de heiligen is overgeleverd. Bij dat geloof blijft zij, al verandert de wereld en wisselen haar tonelen. Wij belijden hetzelfde geloof als allen die vóór ons in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest gedoopt zijn.
Het is veelzeggend dat de oudste belijdenissen dóópbelijdenissen zijn. In het sacrament van de doop bewaart de Heilige Geest de gemeente door de eeuwen heen dus ook bij het enige, ware christelijke geloof. Een leer, een prediking in de kerk die zich niet verdraagt met de inhoud van de doop, hoort in de kerk daarom niet thuis. We kunnen ook eenvoudig zeggen dat het doopformulier, waarin de kerk zich belijdend uitspreekt over de betekenis van dit heilige sacrament, de inhoudelijke toonhoogte aangeeft van katholieke prediking. In de hervormde traditie hebben de klassieke liturgische formulieren een gezag dat gelijk is aan dat van de belijdenis – waarvan acte.
Ds. A. J. Mensink is predikant van de hervormde gemeente te Elburg en voorzitter van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond.
Praatmee